Onderzoeksresultaten bosmier op Eyckenstein
2020-12
In een onderzoek op de Utrechtse Heuvelrug naar de vorming van superkolonies door bosmieren heeft onderzoeker en mierendeskundige Jeroen ook Landgoed Eyckenstein geïnventariseerd. Begin oktober publiceerde Jeroen het rapport van zijn onderzoek. En in een afzonderlijk rapport de resultaten op Eyckenstein. Wat zijn de bevindingen?
(2023: Op verzoek van de deskundige is hij in dit artikel geanonimiseerd. We noemen hem nu ‘Jeroen’.)
Aan het begin van het onderzoek (het Antmaps Bosmierenonderzoek genaamd) heeft Jeroen zich twee onderzoeksvragen gesteld. De eerste vraag betrof het zoeken naar en eventueel in kaart brengen van clusters van bosmiernesten en eventueel superkolonies. Deze onderzoeksvraag is begin 2020 uitgebreid met de vraag hoe de verspreiding in specifieke onderzoeksterreinen zich verhoudt tot de verspreiding van bosmieren elders op de Utrechtse Heuvelrug.
Bosmieren spelen een belangrijke rol in de natuur. Nederland kent meerdere soorten bosmieren. In dit onderzoek gaat het specifiek over de kale bosmier, die tientallen koninginnen per nest kan hebben. Bij het uitzwermen komen de koninginnen van deze soort vaak op of in de buurt van het nest al op de grond en volgen ze de bestaande mierenpaden. Daardoor vestigen ze vaak in de buurt van het oude nest langs de mierenpaden een nieuw nest, of ze kruipen bij hetzelfde of bij een ander nest van de kolonie naar binnen. In deze wijze van paringsvlucht en verplaatsen schuilt volgens Jeroen het geheim achter de uitgestrekte kolonies van de kale bosmier, die uit honderden nesten kunnen bestaan.
Wat is voor de kale bosmier eigenlijk het nut van die superkolonies?
Jeroen: “Na de winter maken de mieren keuzes over het opgeven van nesten en het zoeken van nieuw terrein. Dit is een fantastische overlevingsstrategie: ze bouwen grote netwerken waarmee ze verschillende biotooptypen binnen het bereik van de kolonie houden, waardoor ze verzekerd zijn van een groot en divers voedselaanbod.” Deze netwerkstrategie heeft echter ook een nadeel: zodra hun leefgebied ernstig is verstoord en ze er niet in slagen om tijdig nieuwe terreinen te vinden en te bevolken, loopt de kolonie gevaar. Bij het (door mensen) aanleggen van paden, wegen of het kappen van grote stukken bos in de nabijheid van een bosmierenkolonie kan hier rekening mee worden gehouden. Jeroen: “Door de nesten en de mierenpaden in kaart te brengen en te monitoren, krijgt de terreineigenaar inzicht in de dynamiek van kolonie en daarmee een beeld van potentiële bedreigingen, maar ook kansen voor de natuur.”
Hoe staat de kale bosmier ervoor op de Heuvelrug en op Landgoed Eyckenstein?
Uit het onderzoek blijkt dat er op de Utrechtse Heuvelrug grote verschillen zijn in nestdichtheid. Het onderzoek is nog niet afgerond, maar de omgeving van Hollandsche Rading blijkt een hoge nestdichtheid te hebben, met een grote kans op superclusters. Desondanks is er tot nog toe één supercluster gevonden, namelijk in de omgeving Eindegooi. Jeroen: “Landgoed Eyckenstein ligt binnen een gebied met een hoge nestdichtheid, maar er is geen grote cluster van nesten gevonden. Opvallend in de omgeving van het landgoed is dat terreinen waar minder sprake is van droogte, de bosmieren het beter lijken te doen.” Een hoge nestdichtheid, maar geen clusters, dat zou kunnen betekenen dat er voor de mieren misschien geen aanleiding is om clusters te vormen of zich regelmatig te verplaatsen. Voor de kale bosmier lijkt het landgoed dus een goede en stabiele leefomgeving met weinig verstoring te zijn.
Doel van het rapport
Het Antmaps-project heeft tot doel om kaarten over bosmierverspreiding te maken en in het bijzonder kaarten van clusters en superkolonies van nesten die met mierenpaden verbonden zijn. De kaarten worden vervolgens gebruikt voor eigen onderzoek en het adviseren van terreineigenaren en beheerders. Wat wil Jeroen bereiken met dit onderzoek en het rapport? “De intentie is terreineigenaren en beheerders te wijzen op het belang van bosmieren voor de natuur. Met gedetailleerde kaarten van de nesten, voedselbomen en de mierenpaden kan worden bijgedragen aan het behouden, beschermen en beheren van bosmieren.” In het rapport over de Utrechtse Heuvelrug doet Jeroen een aantal belangrijke aanbevelingen voor boseigenaren en beheerders.