Broeihoop voor ringslangen op Eyckenstein aangelegd
2022-03
Eyckenstein heeft samen met enkele IVN-vrijwilligers een broeihoop voor ringslangen op het landgoed aangelegd. Hoe gaat dat in z’n werk? En wat gaat er verder gebeuren?
Twee jaar geleden ontvingen we een gift van een gulle schenker met hart voor de natuur voor het aanleggen van een ringslangenbroeihoop. Door verschillende omstandigheden (zoals COVID-19) is dat uitgesteld. Maar in maart dit jaar was het zover!
Ringslangen zijn koudbloedige dieren en leggen hun eieren, net als veel andere reptielen, in broeiend (rottend) materiaal. Dit broeiproces veroorzaakt warmte, waarin de eieren zich goed kunnen ontwikkelen. In de echte natuur moeten ringslangen het zelf uitzoeken, maar in ons sterk gecultiveerde land mogen we de ringslangen wel een handje helpen. Vandaar het initiatief om deze broeihoop aan te leggen.
Omdat ringslangen in april / mei hun eieren leggen, is het belangrijk dat de broeihoop voor die tijd klaar ligt. Hoe hebben de vrijwilligers van IVN dit aangepakt? Van tevoren heeft Landgoed Eyckenstein de materialen verzameld en klaargelegd: 1 m3 paardenmest, 1 m3 compost, 1 m3 blad en ten slotte veel takken. Bij Boerderij Eyckenstein hebben we 1 m3 biologische compost besteld. Paardenmest mochten we gratis ophalen bij Stal Arends. Met dank aan Jacob Beeker van Boerderij Eyckenstein voor het ophalen en afleveren van de paardenmest. Blad en takken konden we natuurlijk voldoende uit de omgeving verzamelen.
Als eerste werden er, als basis van de broeihoop, grote takken op de grond gelegd. Boven op de takken werden afwisselend steeds lagen compost, paardenmest en blad op elkaar gelegd. Door de hele hoop zijn steeds takken verwerkt, die ervoor moeten zorgen dat de massa niet te compact wordt, zodat de ringslangen de hoop kunnen binnendringen. De paardenmest en de compost moeten voor het broeiproces zorgen, waardoor de hoop warm wordt. Als laatste worden er takken tegen de hoop gelegd, zodat het materiaal niet wegwaait. Uiteindelijk is de hoop ruim anderhalve meter hoog geworden. ‘Een teken van hoop’, zoals één van de vrijwilligers het noemde.
En nu moeten de ringslangen de broeihoop nog zien te vinden. Aangezien er regelmatig ringslangen in het gebied van de broeihoop waargenomen worden, zal dat geen probleem zijn. De komende tijd moet de hoop met rust worden gelaten, zodat de ringslangen veilig en in alle rust hun eieren kunnen leggen. Over één of twee jaar komt IVN inventariseren of en hoeveel resten ringslangeneieren er in de hoop terug te vinden zijn. Pas dan kunnen we met zekerheid zien of deze broeihoop succesvol is.