Rustplaats in de Grafkelder: Jacoba Constantia Clifford

2022-03

In de Grafkelder op Landgoed Eyckenstein zijn tussen de bouw in 1812 en 1938 ruim veertig personen bijgezet. In de komende nieuwsbrieven lichten we elke keer een van de personen toe die hun laatste rustplaats in dit Rijks monument vonden. In dit artikel: Jacoba Constantia Clifford.

Door: Ronald van Immerseel

 

“Bevalligheid, ontbloot van praal
Gelijkheid in gedrag en taal
Natuurlijk schoon in leest en wezen
Bekoorlijke openhartigheid
Oprechtheid zonder onbescheid
Zijn in dit jeugdig beeld te leezen”

 

Afkomst

Portret van J.C. Clifford

Jacoba Constantia Clifford (1774-1799) was de eerste echtgenote van Maurits Jacob Eyck van Zuylichem (1764-1853), vanaf 1802 eigenaar van Eyckenstein. Maurits erfde de buitenplaats Eyckenstein van zijn vader Adriaan Eyck (1725-1802). Jacoba was een dochter van Pieter Jansz Clifford (1743-1788) en Catharina Bouwens (1737-1776). Haar vader was firmant in het Amsterdamse bankiers- en handelshuis “firma Clifford en Zoonen”. De Cliffords kwamen oorspronkelijk uit Engeland en vestigden zich in de eerste helft 17e eeuw in Amsterdam. Al snel behoorden zij tot de (invloed)rijkste families van Amsterdam. Leden van het geslacht waren onder andere burgemeester en schepen van Amsterdam.

Na het overlijden van haar vader was Jacoba Constantia op 14-jarige leeftijd met haar twee jaar oudere zuster Catharina Justina (1772-1826) wees geworden. Hun moeder was al in 1776 overleden. Jacoba’s ouders lieten hun beide dochters zeer bemiddeld achter. Toen Jacoba op 4 juni 1797 met Maurits Eyck trouwde bedroeg haar bezit alleen aan obligaties al 200.000 gulden, wat een jaarlijks inkomen van 7.000 gulden genereerde. Een voor die tijden immens bedrag. Aangevuld met Maurits eigen inkomsten bood dit Maurits de gelegenheid om Eyckenstein te verfraaien en het grondbezit uit te breiden tot een ruim 765 hectare. Jacoba heeft dan ook aan de basis gestaan van het Eyckenstein zoals we dit nu kennen.

 

Overlijden

Ondanks dat Jacoba vanwege haar rijkdom een aantrekkelijke huwelijkspartner zal zijn geweest, was het huwelijk met Maurits zeker geen verstandshuwelijk maar gestoeld op liefde en genegenheid. Het huwelijksgeluk duurde helaas maar kort. Op 21 april 1798 werd Adriaan Hendrik (1798-1808) geboren. In 1799 was Jacoba wederom in verwachting. De zwangerschap verliep niet goed. Het begraafboek van de Pieterskerk vermeldt de begrafenis op 16 november 1799 van “een kind van de WelEd. Heer de Heer Maurits Jacob Eyck”. Vier dagen later, op 20 november 1799 overleed Jacoba aan “een Teeringziekte”. In zowel de Utrechtsche Courant als de Amsterdamsche Courant liet Maurits op 22 november een advertentie plaatsen waarin het verdriet duidelijk doorklinkt: “God riep haar tot zig, na eene gelukkige Echtverbintenis van twee Jaaren en byna vier Maanden; nalaatende eenen ontroostbaren Echtgenoot en een Kind van anderhalf Jaar oud”.

Rouwadvertentie na het overlijden van Jacoba Constantie Clifford. (bron: Delpher)

 

Na het overlijden van Jacoba liet Maurits een boekje drukken met de titel Op het overlijden van mijner teerbeminde echtgenoote J.C. Clifford in den vroegen ouderdom van 25 jaar en 6 maanden. Ook dit boekje getuigt van de grote liefde van Maurits voor Jacoba en het immense verdriet na haar dood. Jacoba werd op 23 november 1799 begraven in de Utrechtse Pieterskerk, een week na haar tweede naamloze kind. Ter nagedachtenis aan Jacoba liet Maurits in de zuidwesthoek van het sterrenbos op Eyckenstein een houten graafnaald oprichten.

 

Herbegraven in de Grafkelder

In 1811 besloot Maurits Eyck tot de bouw van de familiegrafkelder aan de Koekoeklaan / Ridderlaan. Nadat de grafkelder gereed was, vroeg hij met zijn schoonbroer Nicolaas Laurens Burman op 13 juli 1812 aan de burgemeester van Utrecht “authorisatie van vervoer van doodskisten zoo diend dat eene familie begraafkelder gemaakt hebbende” om “uit de Pieterskerk te Utrecht in stilte zonder eenige de minste plegtigheid na Maartensdijk over te bringen”. Drie dagen later krijgen Maurits Eyck en Nicolaas toestemming om “zodanige lijken uit derzelver Familie Graf in gezegde kerk te laten volgen, als hun WelEdelens zullen verkiezen naar elders te doen transporteren”. Tot de eerste bijzettingen in de grafkelder behoorden naast Maurits ouders ook Jacoba, en haar beide kinderen. Zoontje Adriaan Hendrik was in 1808 op 10-jarige leeftijd overleden. Jacoba, Adriaan Hendrik en haar naamloze tweede kind liggen naast elkaar in de zuidelijke gravenwand van de eerste kelder. Later zijn in deze wand Maurits en zijn tweede echtgenote Francina Johanna Burman (1780-1843) bijgezet.

De zwaar beschadigde grafsteen van Jacoba Constantia Clifford.

 

Begin 2021 heeft de Grafkelder op Landgoed Eyckenstein de Rijks Monumentenstatus verkregen. In de jaren zeventig is de Grafkelder bij meerdere inbraken zwaar beschadigd. Herstel is dringend nodig. Uw donaties hiervoor zijn van harte welkom.

 

Zie verder over de Grafkelder:

 

Ronald van Immerseel is als historicus werkzaam bij Stichting In Arcadië, een onderzoekscentrum en planbureau voor groen erfgoed, en is tevens bestuurslid van de Stichting Vrienden van Eyckenstein.