Een onbekende aquarel van Eyckenstein
2022-09
Bij historisch onderzoek naar buitenplaats Wildhoef bij Bloemendaal kwam ik terecht bij een van de nazaten van de 19e-eeuwse eigenaren, de heer C.O.A. baron Schimmelpenninck van der Oije. Tijdens ons gesprek kwam mijn betrokkenheid bij de Vrienden van Eyckenstein ter sprake. Tot mijn grote verrassing toonde de heer Schimmelpenninck een nog onbekende 19e-eeuwse aquarel van Eyckenstein. Bestudering van de aquarel geeft een groot aantal details bloot waarvan geen andere afbeeldingen bestaan. In dit artikel wordt hier nader op ingegaan.
Door Ronald van Immerseel
De maker: Jan van Ravenswaaij
De ongedateerde aquarel is van de hand van de beroemde Nederlandse schilder Jan van Ravenswaaij (1789-1869). Jan van Ravenswaaijs werkzame periode loopt van ongeveer 1804 tot aan zijn dood in 1869. Van Ravenswaaij was een leerling van Pieter Gerardus van Os (1776-1839) en zelf leermeester van onder andere Fredrik Marinus Kruseman (1816-1882). Van 1804 tot 1839 woonde Van Ravenswaaij achtereenvolgens in Amersfoort, ’s-Graveland en Hilversum. In 1839 verhuisde hij naar Westerbork om in 1847 weer terug te keren naar Hilversum waar hij tot zijn dood woonde en werkte. Van Ravenswaaij is vooral bekend door zijn met koeien en ander vee gestoffeerde landschappen.
Datering
Voor de datering van de aquarel is de door Maurits Jacob Eyck (1764-1853) geschreven Korte schets of tafereel der Plaats Eijckenstein gelegen aan de Maartensdijk van grote waarde. Maurits Eyck hield als eigenaar van Eyckenstein vanaf 1795 tot 1833 een dagboek bij waarin hij van jaar tot jaar alle werkzaamheden op zijn landgoed bijhield. In 1809 schrijft hij over de ”aanmerkelijken verbetering welke dit jaar aan het woonhuis is gedaan” in de “bouworder zoo als die in den beste tijden van Griekenland en de Romeinsche staaten na aanleiding van Scamozzi en Palladio en andere bouwkundigen voorgesteld”. Met andere woorden in 1809 kwam de Palladiaanse voorgevel met kolommen en timpaan, zoals op de aquarel staat weergegeven, tot stand. De aquarel kan dus op zijn vroegst in 1809, nadat de verbouwing gereed was, zijn gemaakt.
Een tweede aanwijzing voor de datering vormt de beek die links op de afbeelding middels een waterval afwatert in de langs de Dorpsweg gelegen Praamgracht. Maurits Eyck schrijft in zijn Korte schets of tafereel der Plaats Eijckenstein dat in 1817 “de cascade voormaals over een houten vloer lopende is als toen veranderd in een vorm van eene rots waar door het water kan loopen”. Wanneer we inzoomen op de aquarel zien we de houten vloer waar het water overheen stroomt voor het zich naar beneden stort. Van een rots of gemetselde keien als tuinornament is geen sprake. Dit betekent dat de aquarel tussen 1809 en 1817 moet zijn gemaakt.
Toegangsbrug
Uiterst rechts op aquarel is nog net de stenen toegangsbrug over de Praamgracht zichtbaar met daarnaast nog het rad van de stuw waarmee de waterhoogte geregeld kon worden. De brug werd in 1798 gebouwd als nieuwe hoofdentree. Maurits schrijft in 1798 hierover: “ook wierd dit jaar gemaakt den steene brug met ijzer hek in plaats eener dam welken over den vaart vlak voor het huis had gelegen doch nu weg genomen wierd. Gemelde brug ligt aan den w.z. [westzijde] van het huis en is zodanig goed bezorgd dat er om zoo te zeggen geen herstel aan nodig zal zijn.” De brug uit 1798 is rond 1890 vervangen door de huidige hoofdentree aan de oostzijde van het huis. Het stenen schut werd in 1803 gebouwd tegelijk met de verbreding van de Praamgracht en de aanleg van een jaagpad. Met het schut kon het water “4 voeten hooger” [ruim 1 ½ meter] opgestuwd worden volgens Maurits zodat de Praamgracht vanuit westelijke richting tot aan de brug voor het huis bevaarbaar was met schuiten.
Een raadselachtig torentje
Links van het huis is op de aquarel een vierkant torentje zichtbaar met een piramidedak. Het torentje staat al weergegeven op een tekening van vóór 1780 waarop de 17e-eeuwse boerderij met herenkamer als voorganger van het huidige Eyckenstein staat afgebeeld. Op een door Maurits Eyck omstreeks 1809 getekende plattegrond van het nieuwe huis staat het torentje als los gebouwtje direct achter de westelijke vleugel afgebeeld. Het gebouwtje komt ook op meerdere 19e-eeuwse afbeeldingen voor. Onbekend is waar het torentje voor diende. In de 19e eeuw is het torentje afgebroken. Het torentje heeft gestaan op de plek waar sinds de grote verbouwing en uitbreiding van het huis in de periode 1880-1883 de keuken is gebouwd.
Parkaanleg
Op de aquarel zien we een fraaie parkaanleg waar de vijver als een beek in een glooiend landschap langs de westzijde van het huis slingert en via de cascade afwatert in de Praamgracht. In de jaren ’80 van de 19e werd de loop van de beek langs het huis gedempt en omgeleid naar de kavelsloot langs de westgrens van de parkaanleg van Eyckenstein. Verantwoordelijk voor deze wijziging was de landschapsarchitect Leonard Springer. Springer ontwierp in opdracht van eigenaar Willem Carel baron van Boetzelaer een aantal aanpassingen in het park waaronder de aanpassing van de beek en de vormgeving van de grote vijver achter het huis.
Een driemaster op Eyckenstein
Voor de goede kijker is links op de aquarel, half verscholen achter een heuveltje, een heuse driemaster in de vijver zichtbaar. Gezien de omvang van de vijver zal het hier een miniatuurversie van een zeilschip hebben betroffen. Dergelijke speelschuiten komen we op afbeeldingen van buitenplaatsen vaker tegen. Soms verwijst het naar het bewindhebberschap van de buitenplaatseigenaar bij een van de VOC- of WIC-kamers. Bewindhebbers mochten om de beurt een nieuw schip dat van stapel liep, vernoemen. Vandaar dat veel VOC- en WIC-schepen de naam van een buitenplaats of kasteel droegen. Ter herinnering aan dit heugelijke feit liet de eigenaar dan een miniatuurschip maken om mee te pronken in de vijver van zijn buitenplaats. Op Eyckenstein, aangezien Maurits noch zijn vader betrokken waren bij de VOC of WIC, lijkt dit niet het geval te zijn en zal het puur een plezierbootje zijn geweest om te spelevaren.
Eyckenstein of Eykenstein?
Hoewel Van Ravenswaaij als een zeer waarheidsgetrouw kunstenaar te boek staat, heeft hij toch een foutje gemaakt in zijn aquarel. Wie anno 2022 langs de Dorpsweg komt ziet in gouden letters op de kroonlijst onder de timpaan “EYCKENSTEIN” staan. Maurits Eyck schrijft in zijn Korte schets of tafereel der Plaats Eijckenstein de naam van het landgoed consequent met ck als verwijzing naar de achternaam Eyck. Op een aquarel die Maurits zelf in 1809 maakte van Eyckenstein staat op de daklijst onder de timpaan ook “EYCKENSTEIN” afgebeeld. Opvallend is dat Van Ravenswaaij hier een kleine fout heeft gemaakt. Van Ravenswaaij beeldt het landhuis af met op de kroonlijst de tekst “EYKENSTEIN”.