Born Copijn al dertien jaar werkzaam op Landgoed Eyckenstein
2017-07
Wie de naam Copijn hoort, denk meteen aan ‘tuinen’ en ‘Groenekan’. Generaties lang zijn deze begrippen al met de familie Copijn verbonden. Eén van de telgen, Born Copijn, verzorgt al vele jaren het park rond Eyckenstein. In dit interview leest u meer over zijn achtergrond en hoe hij op Eyckenstein terechtkwam.
Born Copijn
Familiegeschiedenis
Born komt uit een bijzondere familie. Hij vertelt dat de familie al ruim 250 jaar in het groen werkzaam is. Vier of vijf generaties terug is de familie bekend geworden met Kasteel De Haar. De toenmalige Copijn was een tijdgenoot van de eveneens beroemde tuinarchitect Leonard Springer (die het park bij Eyckenstein ontworpen en aangelegd heeft). Beiden ontwierpen tuinen in de Engelse Landschapsstijl. Borns vader was de eerste die het vak boomchirurgie in Nederland toepaste. Na een opleiding in Duitsland te hebben gevolgd, heeft hij het vak naar Nederland gehaald en het hier groot gemaakt. Later zijn daar tuin en landschap bij gekomen en zo is Copijn Utrecht ontstaan.
Born heeft nu zijn eigen hoveniersbedrijf. Hij lijkt de belangstelling voor het groen in zijn genen meegekregen te hebben: “Als klein mannetje van 8 jaar ging ik de boomkwekerij in, dus het groen zat er bij mij heel vroeg al in.” Dat deed hij geheel uit zichzelf en dan ook niet bij een boomkwekerij van de familie, maar bij een boomkwekerij aan de overkant.
Opleidingen en werk
Als kind zat Born op de Vrije School in Zeist, maar daar kon hij zijn draai niet vinden, omdat hij veel liever iets met zijn handen deed. Toen bleek hij al vroeg zelfstandig te zijn: op zijn twaalfde jaar heeft hij zich ingeschreven op de Lagere Tuinbouwschool in Utrecht. Born: “Daar wisten mijn ouders niet van, totdat ze de inschrijving binnen kregen.” Maar zij gaven hem de ruimte en vonden dat hij dat moest doen als hij dat echt wilde.
Na nog enkele tussenstappen is Born naar Boskoop gegaan. Daar heeft hij de Middelbare Tuinbouw gevolgd, waar hij de richting aanleg en onderhoud heeft gedaan. Toen de opleiding voltooid was, vond Born zichzelf nog niet klaar om voor zichzelf te beginnen en dacht hij het bovendien wel even gezien te hebben in het groen. Hij heeft toen verschillende banen gehad, zoals pakjes rondbrengen en later een kantoorbaan. Uiteindelijk is hij toen toch voor zichzelf begonnen. Met dat pakjes rondbrengen heeft hij overigens goed leren plannen, waar hij later de vruchten van kon plukken.
Uitnodiging op Eyckenstein
Hoe Born op Eyckenstein terecht is gekomen, vindt hij wel een bijzonder verhaal. “Ik reed er een keer voorbij en toen zag ik iemand heel druk bezig met bosmaaien bij de voorkant van het hek. En ik stopte en zei: ‘Niet om het één of ander, maar wilt u geen oorkappen gebruiken?’” Born heeft hem toen oorkappen gegeven, waarna de man hem naar zijn kaartje vroeg. “Een jaar later werd ik op Eyckenstein uitgenodigd om te komen praten over onderhoud. En wat bleek? Dat dat Otto van Boetzelaer was. Ik dacht dat het de tuinman was.” Born was vaak langs Eyckenstein gereden en had wel verlangend bij zichzelf gedacht: “Dat is toch wel heel mooi, je zou daar mogen werken!” In 2004 werd zijn droom vervuld en mocht hij elke vrijdag op Eyckenstein komen werken en daar voelt hij zich heel gelukkig door. Op de andere dagen doet Born eveneens hovenierswerkzaamheden, waaronder ook op landgoederen, aanleg en onderhoud van tuinen en boomverzorging.
Born bezig in de bloemenperken voor Eyckenstein
Band
Born krijgt een steeds grotere band met Eyckenstein. “Als je hier vrijdags geweest bent en je rijdt ’s avonds bijvoorbeeld naar Bilthoven of naar Baarn en je rijdt er weer langs, dan denk je: ‘Ja, het ligt er toch weer heel mooi bij.’ En als je dan zaterdag boodschappen doet en de mensen spreken je aan, dan zeggen ze altijd weer: ‘Ja, dat ziet er toch weer mooi uit.’ Ja… die band die groeit, die groeit alleen maar.” Born heeft er veel waardering voor dat de familie Van Boetzelaer het park mooi wil maken, de oude lijnen weer terug wil brengen en de oude Springerpaden, de ronde lijnen en de drupvormen weer terug wil brengen. Dat vindt Born heel belangrijk.