Broedvogelonderzoek 2016: Glanskop topsoort!
2016-12
In de nieuwsbrieven van maart en oktober is de broedvogelinventarisatie van het Landgoed Eyckenstein aangekondigd. Dit vogelonderzoek is in de periode februari – juni 2016 uitgevoerd door Gert Prins. Inmiddels is de uitwerking definitief: de soorten, aantallen territoria en verspreiding zijn tot in detail bekend. Deze nieuwsbrief presenteert de totale broedvogellijst en gaat in op de betekenis van het Landgoed Eyckenstein voor broedvogels. Waarschijnlijk ten overvloede: behalve de geïnventariseerde broedvogels komen er nog andere soorten voor die hier bijvoorbeeld in de omgeving broeden en op Eyckenstein komen foerageren (o.a. raaf, blauwe reiger), of trekvogels en wintergasten (o.a. watersnip, koperwiek, keep).
Broedvogellijst 2016
In de periode februari – juni 2016 is via de methode van het Broedvogel Monitoring Project (BMP) een onderzoek gedaan aan de broedvogels. Het landgoed is opgedeeld in vier deelgebieden die elk totaal 6-8 keer zijn bezocht. Na ruim 160 uur veldwerk en de verwerking van 11.700 waarnemingen en de controle van de gegevens is het eindresultaat definitief: soorten, aantallen en verspreiding.
Op het Landgoed Eyckenstein zijn in totaal 60 soorten broedvogels geteld met 1.973 territoria. Het onderzochte deel van het landgoed is 185 hectare groot, dit betekent een broedvogeldichtheid van 10,7 territoria per hectare ofwel ruim 5 territoria “per voetbalveld”. Het landgoed is vogelrijk waarbij het opvalt dat een aantal typische bosvogels opvallend goed vertegenwoordigd zijn!
Het landgoed is tamelijk langgerekt waardoor er een grote grenslengte (9 kilometer!) is met eigendommen van andere beheerders. Juist buiten/op de grens met het landgoed zijn nog eens 406 territoria geteld van 42 soorten, waarvan drie die niet op het landgoed zelf voorkomen. In totaal heeft dit broedvogelonderzoek dus 63 soorten met 2.379 territoria op de kaart gezet.
De broedvogellijst ziet er als volgt uit:
Vogelsoort | Op landgoed | In omgeving | Totaal |
---|---|---|---|
Nijlgans | 3 | 1 | 4 |
Wilde eend | 8 | 8 | |
Havik | 1 | 2 | 3 |
Sperwer | 3 | 3 | |
Buizerd | 3 | 3 | |
Waterhoen | 1 | 1 | |
Meerkoet | 1 | 1 | |
Scholekster | 1 | 1 | |
Kievit | 1 | 1 | |
Houtsnip | 1 | 1 | |
Holenduif | 15 | 9 | 24 |
Houtduif | 36 | 13 | 49 |
Bosuil | 4 | 2 | 6 |
Ransuil | 2 | 2 | |
Groene specht | 4 | 3 | 7 |
Zwarte specht | 1 | 3 | 4 |
Grote bonte specht | 53 | 19 | 72 |
Middelste bonte specht | 1 | 1 | |
Kleine bonte specht | 7 | 7 | |
Boomleeuwerik | 2 | 2 | |
Boerenzwaluw | 43 | 43 | |
Huiszwaluw | 7 | 7 | |
Boompieper | 11 | 3 | 14 |
Witte kwikstaart | 3 | 1 | 4 |
Winterkoning | 111 | 26 | 137 |
Heggenmus | 46 | 12 | 58 |
Roodborst | 156 | 33 | 189 |
Gekraagde roodstaart | 2 | 2 | |
Roodborsttapuit | 3 | 3 | |
Merel | 241 | 47 | 288 |
Zanglijster | 43 | 16 | 59 |
Grote lijster | 6 | 1 | 7 |
Tuinfluiter | 1 | 1 | |
Zwartkop | 83 | 14 | 97 |
Tjiftjaf | 73 | 22 | 95 |
Fitis | 72 | 7 | 79 |
Goudhaan | 132 | 32 | 164 |
Vuurgoudhaan | 12 | 1 | 13 |
Grauwe vliegenvanger | 18 | 5 | 23 |
Bonte vliegenvanger | 3 | 6 | 9 |
Staartmees | 14 | 14 | |
Glanskop | 42 | 5 | 47 |
Matkop | 1 | 1 | |
Kuifmees | 29 | 3 | 32 |
Zwarte mees | 31 | 12 | 43 |
Pimpelmees | 108 | 12 | 120 |
Koolmees | 84 | 13 | 97 |
Boomklever | 51 | 10 | 61 |
Boomkruiper | 84 | 21 | 105 |
Gaai | 20 | 3 | 23 |
Ekster | 2 | 2 | |
Kauw | 11 | 11 | |
Zwarte kraai | 9 | 2 | 11 |
Spreeuw | 38 | 1 | 39 |
Huismus | 38 | 38 | |
Vink | 129 | 22 | 151 |
Groenling | 11 | 7 | 18 |
Putter | 8 | 1 | 9 |
Sijs | 4 | 1 | 5 |
Kneu | 1 | 1 | |
Kruisbek | 4 | 4 | |
Goudvink | 22 | 1 | 23 |
Appelvink | 22 | 10 | 32 |
Totaal territoria | 1973 | 406 | 2379 |
Bron: Gert A.H. Prins, 2016.
Betekenis van Eyckenstein voor broedvogels
Vanuit verschillende invalshoeken kan een analyse gemaakt worden van een broedvogelbevolking. In deze nieuwsbrief staan we vooral stil bij de “status” van vogels. Bijvoorbeeld door te benoemen wat de schaarse en zeldzame soorten zijn, welke soorten van de Rode Lijst voorkomen en welke soorten kenmerkend zijn voor het Landgoed Eyckenstein. In een andere nieuwsbrief gaan we meer op de ecologie in.
Talrijkheid / zeldzaamheid
De zeldzaamste broedvogels van Eyckenstein (met landelijk <5000 broedparen, periode 1998-2000) zijn Havik, Sperwer, Houtsnip, Zwarte specht, Sijs en Kruisbek. Het zijn allemaal echte bosvogels, die met één of enkele broedparen zijn vertegenwoordigd. Sommige soorten hebben grote territoria die zich ook buiten het landgoed uitstrekken. Net buiten het landgoed, op Rustenhoven, is ook een Middelste bonte specht geteld.
De schaarse soorten broedvogels van Eyckenstein (met landelijk 5000-20.000 broedparen) zijn Nijlgans, Buizerd, Bosuil, Groene specht, Kleine bonte specht, Boomleeuwerik, Roodborsttapuit, Grote lijster, Vuurgoudhaan, Bonte vliegenvanger, Glanskop, Boomklever, Putter, Goudvink en Appelvink. Buiten het landgoed zijn ook twee territoria van de Ransuil geteld. De schaarse broedvogels zijn van o.a. halfopen landschap, oud/gemengd bos en heidevelden c.q. zandige akkers (Boetzelaersveld).
Rode Lijst
De Rode Lijst vestigt de aandacht op vogelsoorten die bedreigd worden. De lijst heeft een signaalfunctie voor overheden en beheerders om onderzoek en werkzaamheden te bevorderen voor bescherming en beheer.
Eén op de acht vogelsoorten van Eyckenstein staat op de Rode Lijst, tezamen zijn ze goed voor 5% van de territoria. Het gaat om de Ransuil, Groene specht, Boerenzwaluw, Huiszwaluw, Grauwe vliegenvanger, Matkop, Huismus en Kneu. Opvallend goed vertegenwoordigd zijn de zwaluwen en Huismussen, dankzij dierhouderij bij boerderij Tolboom en vooral de Stal Arends (voedsel en nestgelegenheid!).
Kenmerkende soorten
Het getelde aantal territoria kan worden afgezet tegen de landelijke populatiegroottes. Dan blijkt dat een tiental broedvogelsoorten buitengewoon goed vertegenwoordigd is met 0,1-0,3% van de landelijke populaties! Deze voor Eyckenstein kenmerkende soorten zijn: Kleine bonte specht, Goudhaan, Vuurgoudhaan, Glanskop, Kuifmees, Boomklever, Sijs, Kruisbek, Goudvink en Appelvink. Dit zijn zonder uitzondering allemaal vogels van (structuurrijke/oude) bossen (naaldbos, gemengd bos en loofbos).
De “topsoort” van dit rijtje is met 0,3% van de landelijke populatiegrootte onbetwist de Glanskop. Dit is de meest karakteristieke mezensoort die o.a. van rupsen en beukennoten leeft. De Glanskop is veeleisend. De vogel prefereert om te broeden in loofbos met natuurlijke holten die niet door andere mezensoorten bezet worden. Bos moet minimaal vier hectare groot zijn, de soort koloniseert zelden nieuwe gebieden en is gevoelig voor fragmentatie van het landschap. Het is een uitgesproken standvogel, de vogel trekt niet weg en zelfs de jongen vestigen zich binnen één kilometer van hun geboorteplaats. Het is eigenlijk een “oud-bossoort” te vergelijken met de Adelaarsvaren en het Vliegend hert!
In absolute aantallen spant de merel de kroon met maar liefst 241 broedterritoria.
Conclusie: uit het broedvogelonderzoek van 2016 blijkt dat het Landgoed Eyckenstein vogelrijk is. Dit blijkt uit het voorkomen van schaarse en zeldzame soorten, van kenmerkende (oud)-bossoorten en van vogels die op de Rode Lijst staan.
We willen hierbij onze complimenten en dank naar Gert uiten voor de prachtige resultaten van zijn intensieve werk! In een volgende nieuwsbrief gaan we dieper in op de ecologie van broedvogels en de samenhang met het terrein, de vegetatie en het beheer (kritische soorten, ecologische vogelgroepen).