Eerste resultaten broedvogelonderzoek
2016-10
In de nieuwsbrief van maart dit jaar heeft u al kunnen lezen over de broedvogelinventarisatie op Landgoed Eyckenstein door Gert Prins. Deze inventarisatie is inmiddels uitgevoerd. Gert Prins is nu nog druk bezig om alle gegevens uit te werken. In deze nieuwsbrief leest u enkele voorlopige bevindingen.
Het landgoed is voor het onderzoek verdeeld in vier deelgebieden die elk 6-8 keer ’s ochtends vroeg bezocht zijn. De vroegste telling in juni startte al om 04:00 uur. In totaal is er ruim 160 uur veldwerk verricht. Het landgoed is zowel te voet als met de fiets doorkruist. Op kaarten zijn alle waarnemingen genoteerd van vooral zingende en baltsende vogels. Dit soort waarnemingen indiceren de aanwezigheid van een ‘territorium’ waarin ook bijvoorbeeld gebroed kan worden. De omstandigheden tijdens de tellingen waren bijna altijd goed (droog, niet te koud of te veel wind en de paden begaanbaar).
In totaal zijn er 11.700 waarnemingen van vogels ingetekend op een kaart. Al deze waarnemingen zijn inmiddels ook ingevoerd in de digitale Nationale Database Flora en Fauna (NDFF). Deze waarnemingen zijn door middel van een speciaal programma volgens de regels en criteria van het Broedvogel Monitoring Project beoordeeld, geclusterd en geïnterpreteerd tot ‘territoria’. Zodoende hebben we er nu een zeer goede indruk van 1. welke soorten broedvogels voorkomen, 2. in welke aantallen (territoria) en 3. wat van elke vogelsoort de verspreiding is binnen het landgoed.
Op Landgoed Eyckenstein zijn in 2016 ongeveer 60 soorten broedvogels vastgesteld met in totaal net iets meer dan 2.000 broedvogelterritoria. Dit is een gemiddelde dichtheid van meer dan 10 territoria per hectare, wat tamelijk vogelrijk is. Zoals verwacht is er een duidelijke samenhang met de bossamenstelling, vegetatiestructuur, het grondgebruik en de aanwezigheid van bebouwing en tuinen. Het kaartje geeft een aardige indruk welke delen van het landgoed vogelrijk (rood) zijn en welke vogelarm (blauw).
Het valt op dat de vogeldichtheid het hoogst is bij het landhuis en in het park. Ook de omgeving van de tuinderij, de boerderij en manege zijn vogelrijk. Net als sommige structuurrijke bospercelen en de omgeving van bepaalde laanstructuren, zoals de Ridderlaan bij Lage Vuursche en het Koos Vorrinkhuis. Andere delen van het landgoed zijn relatief vogelarm, zoals de graslanden, de akker en het bos ten noorden van het Boetzelaersveld.
De top 5 (eigenlijk top 6 met gedeelde 5e plaats) van de meest algemene broedvogels wordt gevormd door (met tussen haakjes het voorlopige aantal territoria):
1. Merel (243)
2. Roodborst (161)
3. Goudhaan (136)
4. Vink (126)
5. Pimpelmees/Winterkoning (108)
Het is opmerkelijk dat in de top 5 slechts één holenbroeder voorkomt, namelijk de Pimpelmees. Andere holenbroeders komen op Eyckenstein natuurlijk ook voor, maar worden uit de top 5 ‘verdrongen’ door Merel, Roodborst en Winterkoning. Dit zijn vogels die broeden in de struik- en kruidlaag van bossen, die op het landgoed dan ook goed ontwikkeld zijn. Goudhaan en Vink zijn vogels van de boomlaag (oude bomen, boomkronen), de Goudhaan is opvallend talrijk aanwezig in de percelen Douglas en Fijnspar.
De vijf talrijkste holenbroeders van Eyckenstein zijn 1.Pimpelmees, 2. Koolmees, 3. Boomkruiper, 4. Grote bonte specht en 5. Boomklever. De Boomklever is met circa 51 territoria op het landgoed en nog eens 9 er direct buiten opmerkelijk algemeen! Grote delen van het landgoed zijn echt vogelrijk, het is in het voorjaar goed vogels kijken met al die Groene spechten, Glanskoppen, Vuurgoudhanen, Goudvinken, Appelvinken en Kruisbekken (om nog maar eens wat bijzondere vogelsoorten te noemen).
De komende maanden wordt verder gewerkt aan de uitwerking van de broedvogelgegevens met het doel deze resultaten te delen via een website en/of presentatie. In één van de volgende nieuwsbrieven komen we nog eens op de resultaten van dit broedvogelonderzoek 2016 terug.
Aspecten waar we een volgende keer meer over kunnen lezen, zijn: ecologische groepen, ofwel samenhang tussen broedvogels en bosstructuur; status van de soorten, zoals zeldzaamheid en Rode Lijst; individuele soortenecologie, aantal en verspreiding; een vergelijking tussen 1982 en 2016 in het park van Eyckenstein; en broedvogels Dassenbosje (globaal geteld).