Historische beuken geveld
2016-10
Afscheid nemen doet soms pijn. Dat geldt ook voor de twee kolossale historische beuken die we in augustus hebben moeten vellen. Beide beuken waren aan het einde van hun leven gekomen en moesten worden opgeruimd voordat ze gevaarlijk voor passanten zouden gaan worden, vanwege de kans op vallende takken.
Rode beuk
Eén van de twee gevelde beuken was de enorme rode beuk die het einde van het Springer-park markeerde, maar die er al gestaan moet hebben voordat het park werd aangelegd. Rode beuken werden vroeger vaak aangeplant als herkenningspunt in het landschap, om mensen op afstand te helpen hun richting te bepalen. Het bijzondere van deze rode beuk was dat hij, in tegenstelling tot de meeste rode beuken, bijzonder hoog was. Volgens schattingen moet hij tegen de 35 meter hoog geweest zijn. Rutger Wessel baron van Boetzelaer (97), eigenaar van Landgoed Eyckenstein, weet nog te vertellen dat hij indertijd zelfs vanaf de A27 (hemelsbreed op 2 km afstand) de rode beuk als een rode koepel achter de andere bomen zag uitsteken. In 2013 is de omtrek van deze beuk op 1,50 meter hoogte gemeten op 4,36 meter. Van Boetzelaer vindt het bijzonder jammer dat de rode beuk geveld moest worden. Hij heeft altijd veel bewondering voor deze markante boom gehad. Voordat de boom geveld werd, is er dan ook nog uitgebreid afscheid van genomen.
Bij het vellen van de boom is men uiterst voorzichtig te werk gegaan, om ervoor te zorgen dat er geen schade aan de bomen in de omgeving veroorzaakt werd. Een deskundige boomwerker is in de boom geklommen en heeft één voor één eerst alle takken afgezaagd, totdat er alleen nog een kale stam over was. De volgende dag is de kale stam omgezaagd, zodanig dat hij precies in de geplande richting kwam te liggen, zonder schade aan te richten. Het voordeel van het eerst verwijderen van alle takken is dat de stam na het vallen niet in een brei van hout komt te liggen en daardoor veel makkelijker verder te bewerken is. Voordat de klimmer aan het zagen is gegaan, heeft hij vanuit de boomtop prachtige foto’s van de omgeving kunnen maken. Hij heeft zelfs op de stad Utrecht kunnen inzoomen en de gebouwen op zo’n 7 km afstand kunnen fotograferen.
Het vellen van oude bomen biedt echter ook kansen, namelijk om jaarringen te tellen en te schatten hoe oud de boom ongeveer geweest moet zijn. In principe maakt een boom elk jaar één jaarring aan. Het blijft echter een globale schatting, omdat de ringen bij de rode beuk in de kern niet meer te onderscheiden waren en ook de overige ringen waren niet altijd helemaal duidelijk. De beuk is op een hoogte van ongeveer 1,20 meter omgezaagd. Buiten de kern waren er op die hoogte 172 jaarringen zichtbaar. Waarschijnlijk zijn er in de kern zo’n twintig ringen geweest, wat het totaal aantal jaarringen op 212 brengt. Als we uitgaan van de aanname dat de boom op 20-jarige leeftijd op 1,20 meter hoogte jaarringen is gaan vormen, komen we met grote voorzichtigheid op een geschatte ouderdom van ongeveer 212 jaar, een kiemjaar van 1805 en een plantjaar van 1825. Dit is in de tijd geweest dat de familie Eyck, en in het bijzonder Mr. Maurits Jacob Eyck van Zuylichem (1764-1853), eigenaar van het landgoed was. Mr. Maurits Jacob Eyck van Zuylichem zal dus vermoedelijk de planter van deze boom zijn geweest.
Beuk bij boerderij De Tolboom
De andere historische beuk die geveld is, stond in de tuin van boerderij De Tolboom langs de Eikensteeg. Als er langer gewacht zou zijn met het vellen van deze boom, zou het gevaar steeds groter worden dat er grote dode takken op de boerderij of het ernaast gelegen huisje zouden vallen. Bij het vellen van de boom is op dezelfde wijze ter werk gegaan als bij de rode beuk: eerst de grote takken afgezaagd en verwijderd en vervolgens de kale stam geveld. Het bijzondere van deze boom was dat hij aan alle kanten helemaal volgeschreven was met afkortingen van namen. Van enkele daarvan weten we vrijwel zeker wie ze in de boombast gekerfd hebben. Twee van die afkortingen waren B.v.A en E.v.A., hoogst waarschijnlijk twee broers uit de familie Van Amerongen. Het toeval wil dat deze beide broers uitgerekend in 2016 overleden zijn.
Bij deze beuk was het wat lastig om de jaarringen te tellen, maar met een globale schatting lijkt deze boom ongeveer van dezelfde leeftijd te zijn als de rode beuk. Hoewel hij precies in de rij stond van de laanbomen van de Eikensteeg, moet hij al veel eerder aangeplant zijn.
Beuk langs de Karnemelksweg
Sommige beuken wachten niet totdat ze geveld worden, maar laten zichzelf vallen. Ten noorden de karnemelksweg, die van de Eikensteeg richting Hollandsche rading loopt, stond een ogenschijnlijk gezonde beuk, die uit zichzelf over het pad heen gevallen is. Met spoed moest de boom in stukken gezaagd worden om het pad weer vrij te maken voor fietsers en wandelaars. Tijdens het verzagen bleek de boom van binnen hol te zijn en ook de wortels leken door ziekte aangetast te zijn. Ook achter deze boom zit een verhaal. Hij stond in een dubbele rij beuken, die waarschijnlijk ooit een heggetje gevormd hebben. Aan de andere zijde van de Karnemelksweg heeft hier een huisje gestaan, dat in 1913 afgebrand is. Het vermoedelijke heggetje stond in de moestuin die bij dit huis hoorde.