Laanbomen en andere bomenrijen
2016-03
Wat maakt landgoederen als Eyckenstein zo karakteristiek? U zult waarschijnlijk zeggen: een groot landhuis met een groot stuk grond erbij. Waar u zich misschien minder van bewust bent, zijn de vaak zeer oude lanen met eveneens al zeer oude laanbomen. Meestal zijn dat eiken en beuken.
Verspreiding over het landgoed
De meeste bomenrijen op Landgoed Eyckenstein zijn langs de lanen te vinden. Met name in het zuidelijke gedeelte hebben de meeste lanen laanbomen. Meer naar het noorden toe beperken de laanbomen zich meer tot de grotere doorgaande routes. Dat heeft te maken met de functie die de verschillende delen van het landgoed in oude tijden vervulden: zoals genot, productie of jacht. Verder zijn er ook nog bomenrijen langs de Zinksloot te vinden. De Zinksloot is een historische sloot die helemaal van noord naar zuid loopt en die vroeger een belangrijke rol gespeeld heeft bij het ontginnen en in productie nemen van het landgoed.
“Boompje groot, plantertje dood”
Van de meeste laanbomen weten we niet precies hoe oud ze zijn. Afgelopen jaren hebben we wel enkele malen, als er een boom geveld werd, het aantal jaarringen geteld. Bij de beuken langs de Eikensteeg heeft de gelegenheid zich nog niet voorgedaan. Het is dus de vraag of ze nog door de vorige familie op Eyckenstein (familie Eyck) zijn geplant, of door de eerste Van Boetzelaer op Eyckenstein, Willem Carel (vanaf 1876). Wie de planter ook geweest is, de statige oude laanbomen heeft hij niet meer meegemaakt.
Gebruikte boomsoorten
Op Eyckenstein zijn vrijwel alleen eiken en beuken als laanbomen gebruikt, slechts een enkele Amerikaanse eik staat er nog tussen. Langs de Eikensteeg zijn er afwisselend stukken met eiken en stukken met beuken te vinden, er zijn zelfs dubbele rijen. De vraag rijst dan waarom de ene keer eiken en de andere keer beuken? Uit inventarisatie blijkt dat er langs grote open gebieden, langs en in de buurt van weilanden, vooral beuken geplant zijn. Dat kan vermoedelijk verklaard worden door de eigenschap van jongere beuken dat ze in de herfst hun verdorde bladeren niet verliezen. Doordat de bladeren blijven hangen houden ze meer wind tegen. Dit vermoeden wordt bevestigd doordat zowel langs de Eikensteeg als langs de Zinksloot (waar vroeger de trekschuiten doorheen voeren) de beuken voornamelijk aan de westzijde geplant staan, de zijde waar meestal de wind vandaan komt.
Plantafstanden
Vrijwel alle laanbomen op heel Eyckenstein staan op ongeveer dezelfde plantafstand binnen de rij, namelijk ongeveer 3,77 m (of een veelvoud daarvan). Een merkwaardig maat zo op het eerste gezicht om als plantafstand aan te houden. Maar u moet bedenken dat de meter als standaard eenheid nog relatief kort gebruikt wordt. Pas in 1889 is de huidige lengte van de meter definitief vastgelegd. Daarvoor (en ook daarna nog) waren er allerlei maten met allen hun eigen benaming in gebruik. De plantafstand van 3,77 m blijkt de afstand van de Rijnlandse roede te zijn. (Voor de liefhebbers onder u: de Rijnlandse roede wordt verdeeld in 12 (Rijnlandse) voeten, dat is 144 duimen of 1728 lijnen. Bron: Wikipedia) Ook in de omgeving blijken bomen langs veel paden en zelfs autowegen op deze roedeafstand gepland te zijn, zoals bijvoorbeeld de Gezichtslaan in Bilthoven (de voormalige oprijlaan van Eyckenstein), de Dorpsweg in Maartensdijk en de Maartensdijkseweg richting Soest. In Boskoop wordt de roede trouwens nog steeds als standaard plantafstand geleerd.
Afbeelding rechts: blauw de beuken en rood de eiken. De linker blauwe lijn loopt langs de Zinksloot en eindigt waar het weiland ook eindigt.
Natuurwaarde van de oude laanbomen
Oude bomen zijn van groot belang voor de natuur. Door de aanwezigheid van holtes, spleten, dode takken en los zittend schors en dergelijke bieden ze veel gelegenheid voor allerlei ander leven om zich er te vestigen en voedsel te vinden. Voorbeelden zijn de holtes die nestgelegenheid bieden voor vogels en een slaapplek voor uilen. Ook boommarters, eekhoorns en vleermuizen maken er dankbaar gebruik van. Onder dood schors zitten veel geleedpotige diertjes, zoals pissebedden, oorwurmen en duizendpoten. Spechten komen aan hun voedsel door met hun snavel door het dode schors heen te prikken om deze diertjes te zoeken en op te eten. Een grote oude boom vormt als het ware een ecosysteem in het klein. Daarom is het zo belangrijk dat oude bomen die al beginnen af te takelen, niet te snel opgeruimd worden.
Vernieuwing
Maar onherroepelijk breek een keer de tijd aan dat de laanbomen echt aan hun einde komen. Door vallende takken kunnen ze een gevaar voor bezoekers gaan vormen. Op Eyckenstein staan er veel bomen die dat stadium beginnen te bereiken en veel ervan zijn zelfs al verdwenen. Dan kan de vraag gesteld worden: “En wat nu?”. Omdat laanbomen zo karakteristiek zijn, is het voorgoed laten verdwijnen van de bomenrijen eigenlijk geen optie. Twee herplantmethodes worden veel toegepast. De eerste methode is het eerst geheel laten verdwijnen van de boomrijen, dan wel het vellen van alle bomen in de rij die begint af te takelen. Als alle oude bomen weg zijn, wordt er een hele nieuwe generatie jonge bomen aangeplant. Het voordeel daarvan is dat alle laanbomen in die rij even oud zijn. Het nadeel is natuurlijk dat het er vele (tientallen) jaren ontbreekt aan een mooi laanbeeld met oude bomen. De tweede herplantmethode is het inboeten van opengevallen plaatsen, dat is het planten van jonge bomen waar oude zijn weggevallen. Doordat nooit alle laanbomen tegelijk aan hun einde komen (daar kunnen tientallen jaren verschil tussen zitten), is het voordeel hiervan dat er altijd oudere langs de laan zullen staan. Een nadeel is dan natuurlijk weer dat het een iets onrustiger laanbeeld oplevert doordat de bomen allerlei verschillende leeftijden hebben. Op Landgoed Eyckenstein hebben we voor de laatste methode gekozen: het inboeten van opengevallen plekken. Overigens valt er voor Eyckenstein wel een inhaalslag te maken. Er zijn open plekken in de boomrijen waar de oude bomen al tientallen jaren geleden zijn weggevallen. Daar wordt de komende jaren aan gewerkt.