Beginblad | |
Geschiedenis van het landgoed | |
Indeling | |
|
|
Oorsprong | |
Het landgoed
heeft zijn oorsprong in de tijd
van de ontginningen
van het veengebied ten westen van
de Utrechtse Heuvelrug. Sinds die tijd
is vooral het gedeelte ten zuiden
van het landhuis veel aan wijzigingen
onderhevig geweest. Zo is er
bijvoorbeeld een koopcontract uit 1620
waarin de boerderij De Avond (even
ten zuiden van het landhuis) aan
Eyckenstein toegevoegd wordt. Deze boerderij
is mogelijk nog ouder dan Eyckenstein.
Behalve De Avond waren er (eveneens
ten zuiden van het landhuis) ook
nog de twee boerderijen De Morgen
en De Middag, die eveneens al
heel oud zijn. Boerderij De Morgen is
door Mr.
Willem Carel baron van Boetzelaer
afgebroken. Op oude kaarten is te zien hoe de omgeving in die tijd kort na de ontginning ingedeeld was. Op een grote kaart uit 1643 / 1644 zijn de ontginningsstroken en de bouwwerken daarop getekend. Er zijn veel meer bouwwerken te zien dan er nu in onze tijd staan. Een kaart uit 1699 is minder gedetailleerd, maar laat wel het Ridderdorp zien (bij 't Ridder Bos), dat in 1310 aan een ridder geschonken was. Ongeveer op die plaats staat nu boerderij De Avond.
|
|
Uitsnede van de kaart uit 1643 / 1644 van Oostveen. De Dorpsweg is hier vertikaal te zien. In die tijd stonden er blijkbaar veel meer bouwwerken in de omgeving dan nu het geval is. Eyckenstein was hier nog een herenboerderij. De twee puntige huisjes ten noorden van Eyckenstein staan voor hooibergen. De uitbouw aan Eyckenstein moet de toenmalige stal geweest zijn.
|
|
Rechts een
stukje van een (gereconstrueerde) kaart
uit 1699. De weg van links naar
rechts is de huidige Dorpsweg door
Maartensdijk. Waar Gerobulus
bij staat, ligt het huis dat
later Eyckenstein zou gaan heten.
Klik op de kaart voor een uitgebreidere versie.
|
|
Groei van Eyckenstein | |
Waarschijnlijk al vanaf de begintijd van de herenboerderij is het land eromheen geleidelijk uitgebreid. In de periode van de familie Eyck is er zeer veel grond aangekocht en aan het landgoed toegevoegd, ook stukken die niet aan het landgoed grensden. Als gevolg van de uitbreiding in zuidelijke richting kwam Eyckenstein aan landgoed Sandwijck in De Bilt te grenzen. In die tijd moet de bijbehorende grond veel meer dan 600 ha omvat hebben. Er zijn topografische aanwijzingen dat het landgoed Rustenhove, dat ten westen aan Eyckenstein grenst, met Eyckenstein onder één beheer geweest is. In oude documenten is dit inderdaad terug te vinden. Dat was in de tijd van Johan Swaving, schout van Oostveen.
|
|
Samenvoeging Eyckenstein en Sandwijck | |
Op het
hiervoor al genoemde landgoed Sandwijck woonde weduwe
Elisabeth Charlotta Petronella
van Boetzelaer - Both Hendriksen. Zij kocht het
landgoed
Eyckenstein er in 1876 bij van
de familie
Eyck, die het landgoed
liet veilen. Ze
had het bedoeld als jachtterrein voor
haar zoons. Dat er ook een
landhuis op stond, was toen nog
van ondergeschikt belang. Beide landgoederen waren in die tijd elk zo'n 600 ha groot, zodat er een aaneengesloten geheel van ongeveer 1.200 ha ontstond, dat voornamelijk uit hei en bos bestond. De grens tussen beide gebieden lag (zigzaggend) even ten noorden van spoorlijn Utrecht - Amersfoort - Hattem, die halverwege de 19e eeuw over landgoed Sandwijck aangelegd is (door de NCS, Nederlandsche Centraalspoorwegmaatschappij; officieel geopend op 20 augustus 1863). In die tijd was er nog nauwelijks sprake van bebouwing in De Bilt en al helemaal nog niet in Bilthoven. Beide plaatsen liggen nu gedeeltelijk op het voormalige gebied van de twee landgoederen, dat toen nog voornamelijk uit hei bestond. De eerste bebouwing van Bilthoven is omstreeks 1900 bij het station ontstaan. Bilthoven heette toen nog "De Bilt Station". (Zie voor meer informatie over de geschiedenis van De Bilt / Bilthoven bij de Historische Kring d'Oude School.) In 1826 is er begonnen met de aanleg van de Gezichtslaan in Bilthoven als oprijlaan en zichtlaan naar het landhuis. Na de koop door familie Van Boetzelaer is het laatste stukje ervan voltooid. De omvang van het toenmalige landgoed Eyckenstein is te zien op een ingetekende moderne kaart. Een oostelijke gedeelte van 110 ha van landgoed Eyckenstein werd weer verkocht aan de heer Nicolaas Laurens Burman Eyck tot Zuylichem, een van de erfgenamen van de familie Eyck.
|
|
Zicht dat de Gezichtslaan in onze
tijd op Eyckenstein biedt (foto feb. 2003)
|
|
Opsplitsing Sandwijck en Eyckenstein | |
Na het
overlijden van weduwe Elisabeth
Charlotta Petronella van Boetzelaer - Both Hendriksen in 1880 is
het grote
landgoed ten behoeve van de
erfgenamen verdeeld, met als
gevolg dat Sandwijck en Eyckenstein
weer van elkaar gescheiden werden.
Doordat de nieuwe grens tussen de
twee landgoederen iets noordelijker lag
dan de oude grens, behoorden enkele
stukjes Eyckenstein vanaf toen bij Sandwijk.
Haar zoon mr.
Willem Carel van Boetzelaer
erfde het noordelijke
gedeelte met het landhuis Eyckenstein en heeft
er in de
loop der tijd grote delen van verkocht.
In 1917 is het deel ten zuiden
van de huidige provinciale weg N234
aan projectontwikkelaars verkocht. Hier is
vanaf die tijd Bilthoven-Noord ontstaan. De
huidige Ridderoordse Bossen ten noorden van
de N234 zijn in 1930 verkocht en
zijn in 1933 in bezit van het Utrechts
Landschap gekomen. Daarmee is voorkomen
dat ook hier gebouwd ging worden.
|
|
Verdere opdeling van Eyckenstein | |
Mr.
Willem Carel van Boetzelaer had
zes kinderen. Na zijn overlijden in
1934 moest het landgoed verder worden
opgesplitst, om het onder de
erfgenamen te kunnen verdelen. Eén
koos ervoor de erfenis in aandelen
te ontvangen en een ander had de
voorkeur voor losliggende boerderijen als
erfenis. Het aaneengelegen landgoed werd
in vieren gedeeld en vervolgens door
verloting aan de vier overige
erfegnamen toebedeeld. Jongste zoon mr. Otto Maximiliaan van Boetzelaer
kreeg daarbij het op één na
noordelijkste deel in bezit, waarop
ook het landhuis gelegen
was. Eyckenstein is niet alleen maar
steeds verder opgesplitst.
|
|
Verwerving Roverestein | |
Omsteeks
1936 heeft mr. Otto Maximiliaan van Boetzelaer
het ten oosten grenzende
landgoed Roverestein van de nazaten van
de familie Eyck gekocht. Dit
is op een opmerkelijke wijze verlopen.
Er was al een gegadigde die het
eerste kooprecht had en die er een
klooster wou stichten. Die moest dan
echter wel vóór twaalf uur van een
bepaalde datum reageren. Otto Maimiliaan zag
het niet zo zitten om een klooster
naast Eyckenstein te krijgen en zat vol
verwachting bij de verkoper te wachten
of de andere gegadigde nog zou reageren.
Toen die om klokslag twaalf uur niet
verschenen was, mocht Otto Maximiliaan het
kopen. Om vijf over twaalf kwam de
andere gegadigde echter toch nog opdagen.
Tot zijn teleurstelling was Roverestein toen
al verkocht.
|
|
Vererving noordelijkste deel | |
Na het
overlijden van Otto Maimiliaan ging
Eyckenstein over op zijn zoon
Rutger
Wessel baron van Boetzelaer. Rutger Wessel
erfde in 1965 het noordelijkste van
de vier delen van zijn oom, die
kinderloos gestorven was, waarmee in grote lijnen de
huidige omvang ontstond. Hierin ligt ook Het
Boetzelaersveld.
|
|
Verwerving Mauritshoeve | |
Verdeeld over
twee jaar heeft de huidige eigenaar Rutger
Wessel baron van Boetzelaer het
gedeelte van het oostelijke stuk waar de Mauritshoeve op staat,
er weer bij gekocht: in 1967 10 ha om de
Mauritshoeve heen en
in 1968 de Mauritshoeve zelf.
Dit gedeelte van het landgoed is
dus een paar keer heen en weer
verkocht tussen de families Eyck en
Van Boetzelaer.
|
|
Geschiedenis van De Bilt | |
Over de
geschiedenis van de zes woonkernen van
gemeente De Bilt (waarvan
Maartensdijk er één is) is in
juli 2007 een interessant en goed
leesbaar boek verschenen:
Van Oostbroek
tot Westbroek, van schrijver drs.
Joost van der Spek.
|
|