Beginblad | |
Fam. Van Boetzelaer | |
Generaties op Eyckenstein: | |
Alle generaties van deze familie die eigenaar van Eyckenstein geweest zijn, op volgorde:
Veel leden van dit geslacht hadden en hebben een grote belangstelling voor de natuur en voor land- en bosbouw.
|
|
Weduwe Elisabeth Charlotta Petronella van Boetzelaer - Both Hendriksen (1809 - 1880) | |
(Vervolg van familie Eyck van Zuylichem) Elisabeth Charlotta Petronella Both
Hendriksen (1809 - 1880) was een verre
nakomeling van Pieter Both, die in
1609 de eerste Gouverneur-Generaal van
Nederlands Indië werd. Sinds 1872 was
zij weduwe van
Mr. Christiaan Willem Johan baron van Boetzelaer
van Dubbeldam (1806 - 1872), met wie
ze sinds 1835 getrouwd was geweest. Hij
was kamerheer
in buitengewone dienst van de koningen
Willem I, II en III en ook
was hij lid
van de Provinciale Staten van Utrecht en
van den Gemeenteraad van Utrecht. Gedurende hun hele
huwelijk hadden zij aan de Oude Gracht in de stad
Utrecht gewoond. 's Zomers verbleven ze
echter
op hun 'buiten' in De
Bilt, het
landgoed Sandwijck, dat Elisabeth van
haar vader geërfd had. In die
tijd grensde landgoed Sandwijck aan
landgoed Eyckenstein. Na de dood van Frans Nicolaas Marius Eyck van Zuylichem, de toenmalige eigenaar van landgoed Eyckenstein, verdeelde diens weduwe in 1876 het landgoed in stukjes om ze te veilen. Na twee dagen veilen deed Elisabeth Charlotta Both Hendriksen een bod op het geheel. Zo werd zij eigenares van Eyckenstein en het landgoed en vielen Eyckenstein en Sandwijck onder één beheer. Hoe de veiling van Eyckenstein was opgezet, kunt u in oude krantenberichten lezen. Eyckenstein en Sandwijck waren de eeuw ervoor ook al voor een korte tijd onder één beheer gevallen. Johannes Sebastiaan van Naamen was in die tijd eigenaar van Sandwijck en kocht Eyckenstein toen Adriaan Hendrik Eyck als patriot naar Frankrijk gevlucht was.
|
|
|
|
De oostelijke helft van het landgoed werd
daarna weer terugverkocht aan de
heer Nicolaas Laurens Burman Eyck tot Zuylichem,
één van de erfgenamen van de
familie Eyck, die daarop in
1876 de Mauritshoeve
als boerderij liet bouwen. Op het aangekochte gebied bouwde
hij in 1884 ook nog het meer
oostelijk gelegen landhuis Roverestein,
waar hij ging wonen (Rovere is oud
Italiaans voor eik, wat betekent dat Roverestein eigenlijk
ook Eyckenstein heet). Het landhuis Eyckenstein bleef tot 1878 leeg staan. Tot die tijd deed het landgoed dienst als jachtgebied voor de zonen van de weduwe Elisabeth Charlotta Petronella van Boetzelaer - Both Hendriksen.
|
|
Mr. Christiaan Willem Johan baron van Boetzelaer
|
Elisabeth Charlotta Petronella van Boetzelaer -
|
Mr. Willem Carel van Boetzelaer (1845 - 1934) | |
Eén van die zonen, Mr. Willem Carel van Boetzelaer, is in 1878 op Eyckenstein gaan wonen, omdat er voor zijn steeds groter wordende gezin te weinig ruimte op Sandwijck was. Het verhaal gaat dat hij met een rijtuig vanaf De Bilt over de Gezichtslaan (de oprijlaan van Eyckenstein) aan kwam rijden om het huis te komen bekijken en dat hij het huis toen tussen de bomen door zag liggen. Van 1892 tot 1922 was Willem Carel Heemraad bij het toenmalige Waterschap Maartensdijk. Mr. Willem Carel was een liefhebber van het bedrijven van landbouw. In het noordelijkste gedeelte van het landgoed heeft hij een groot gebied laten ontginnen, wat nu nog steeds als akkers en weilanden in gebruik is. Dit gebied wordt nu nog "Het Boetzelaersveld" genoemd en ligt tussen Lage Vuursche, Hollandsche Rading en Baarn. In 1873 is Mr. Willem Carel getrouwd met Margaretha Nicolasina jonkvrouw van Schuylenburch. Margarethe Nicolasina was een vrouw die met het rijtuig door de provincie Utrecht trok om onder de Utrechtse adel te evangeliseren. Na het overlijden van zijn moeder in 1880 werd Mr. Willem Carel van Boetzelaer de eigenaar van het landgoed Eyckenstein. In 1934 is hij overleden.
|
|
|
Links een
familiekiekje van de familie Van
Boetzelaer mogelijk omstreeks 1880. |
Rechts ziet
u een oude foto van de familie
Van Boetzelaer zittend op het terras.
De foto moet omstreeks eind 19e
eeuw genomen zijn. Klik op de foto voor een vergroting.
|
|
Mr. Willem
Carel baron van Boetzelaer (1845 - 1934) (foto omstreeks 1925)
|
Margaretha
Nicolasina barones van Boetzelaer -
van Schuylenburch (1852 - 1930) (foto omstreeks 1925)
|
Familie Van Schuylenburch bezat
in Hoog Keppel een landgoed De
Ulenpas, waar zij 's zomers verbleven.
Willem Cornelis Meijerink was rentmeester van
de Ulenpas. Hij had en zoon Willem
Evert (1859-1935) . Toen Willem Carel en Margaretha
Nicolasina getrouwd waren en op
Eyckenstein gingen wonen, kwam de zoon Willem
Evert Meijerink bij ze in dienst als
rentmeester van het landgoed. Voor hem werd
er langs de Gezichtslaan (nu nummer
276) een grote boerderij
gebouwd, die nu nog steeds door
nakomelingen van de rentmeester bewoond
wordt. De huidige generatie heeft er
een bedrijf voor grond- en
wegwerkzaamheden en voert met enige
regelmaat nog werkzaamheden voor Eyckenstein
uit.
|
|
|
Links de boerderij die Willem Carel van Boetzelaer omstfreeks 1878 voor Willem Evert Meijerink en zijn gezin langs de Gezichtslaan liet bouwen |
Mr. Otto Maximiliaan van Boetzelaer (1891 - 1954) | |
Mr. Otto Maximiliaan van Boetzelaer is in 1916 getrouwd met Ursula Cunera jonkvrouw van Asch van Wijck. Omstreeks 1920 is hij met zijn gezin in Dinther (NB) gaan wonen, omdat hij als griffier bij het Kantongerecht in Veghel ging werken. Na opheffing van dit Kantongerecht kreeg hij een functie bij de Raad van Beroep in Den Bosch. Van 1935 tot 1954 was Otto Maximiliaan Heemraad bij het toenmalige Waterschap Maartensdijk. Vanaf 1934 tot 1943 (officieel zelfs tot 1946) is het landgoed gemeenschappelijk eigendom van de vier erfgenamen van Willem Carel gebleven. Het landhuis is in en vlak na de Tweede Wereldoorlog tussen 1940 en 1946 door verschillende legermachten bezet geweest. In de oorlog werd het landgoed door de vier erfgenamen in vier stukken verdeeld. Mr. Otto Maximiliaan van Boetzelaer werd eigenaar van het stuk grond waar Eyckenstein op stond. In juni 1946 kwam hij er vanuit Noord-Brabant met zijn vrouw en zijn zoon Rutger Wessel (geboren in 1918) wonen. Er moest veel aan gebeuren. Ze hebben het huis weer bewoonbaar gemaakt, opnieuw geschilderd en allerlei dingen gerepareerd. Vanwege de woningnood na de oorlog woonden er in die tijd vier families: het gezin Van Boetzelaer, het tuinmansgezin en nog twee gezinnen. Er gingen gezinnen weg en daar kwamen weer nieuwe voor in de plaats. In 1954 is Mr. Otto Maximiliaan van Boetzelaer overleden.
|
|
Mr. Otto Maximiliaan baron van Boetzelaer (1891 - 1954)
|
Ursula Cunera barones van Boetzelaer -
van Asch van Wijck (1892 - 1963)
|
Rutger Wessel van Boetzelaer (1918) | |
Zijn zoon Rutger Wessel van Boetzelaer was inmiddels getrouwd met Anna Elisabeth barones van Lawick en kreeg het jaar daarop zijn eerste kind, waarmee het aantal gezinnen in het landhuis op vijf kwam. Na het overlijden van zijn vader in 1954 heeft hij (toen nog samen met zijn moeder) Eyckenstein geërfd, waarna hij in de oostvleugel is getrokken. Evenals zijn vader en grootvader heeft Rutger Wessel vele jaren in het Waterschap gezeten en wel van 1960 tot in de jaren negentig. Zijn vrouw Anna Elisabeth stierf in 1977. Rutger Wessel van Boetzelaer woont nu nog op Eyckenstein. In een afzonderlijk gedeelte van het landhuis woont zijn oudste zoon Otto Maximiliaan van Boetzelaer (kleinzoon van de hiervoor genoemde Otto Maximiliaan) met zijn gezin. Hij heeft nu het beheer van het landgoed in handen.
Zie ook: |
|
|
|